vrijdag 31 januari 2014

Vervolg camperreis

Voor de derde dag stond als eindpunt het Abel Tasmanpark op de verlanglijst. Naar Motueka was het 125 km, dat is goed te doen. Dus toen kachelden we maar gelijk door naar Cape Farewell, met een tussenstop in Takaka.





We hadden gehoord dat er met enige regelmaat orka's aanspoelen in Farewell Spit, dus het leek ons wel leuk om daar een kijkje te nemen. We zagen ze niet, maar wel wat zeehonden met jonkies, van heel dichtbij op het strand van Wharariki. Dat maakte de pittige wandeling door rulle zandduinen weer heel erg de moeite waard!





De nacht brachten we door in Pohara, op een Top 10 Holiday Park, pal aan de Golden Bay in de Tasmanzee. 




Warempel, de volgende ochtend konden we buiten ontbijten! De zon scheen al lekker vroeg op ons plekje. Daarna even kijken bij zee, maar er was geen strand, de zee begon gelijk onderaan het trapje.








Na de koffie vertrokken we naar Totaranui, alleen moesten we aan het eind nog 12 km op een gravelweg rijden, en dat kostte toch wat teveel tijd, dus zijn we omgekeerd. Uiteindelijk hebben we 5 jaar terug ook nog gewandeld in het Abel Tasmanpark, dus die ervaring hadden we toch al. 
Vandaag willen we als het kan Blenheim bereiken, we gaan zien of dat lukt. Eerst maar eens de haarspeldbochtroute over de Takaka berg!

Even een eitje bakken voor de lunch aan het strand bij Nelson, hoe leuk is dat! We verbazen ons er steeds meer over hoe compleet de inrichting van deze camper is. We kunnen echt niks bedenken wat ontbreekt aan de inventaris. Echt super!
Snel weer verder richting Blenheim. Je kunt nooit alleen afgaan op het aantal kilometers, want opschieten is er vaak niet bij in een heuvel- of bergachtig landschap. In Blenheim maakten we een stop bij het Pollard park, dat bekend staat om de mooie tuinen. Kijk zelf maar:







Maar intussen ligt Blenheim al weer achter ons en zetten we koers naar Kaikoura, nog 130 km. Dat geeft morgen weer ruimte om rustig naar Christchurch terug te keren. 
De oostkust met z'n bergen is erg kaal en dor, niet heel mooi. De westkust is veel groener. Maar ja, daar regent het ook heel vaak, dus dat is wel logisch. 
Aldergriezeligst, wat hebben we veel en harde windvlagen gehad tussen Blenheim en Kaikoura! Lucas had er zere armen van om grip op het stuur te houden. De temperatuur daalde ook flink en af en toe viel er een drupje regen. Weer waren we getuige van de vaak plotselinge weersverandering in NZ.



Leuke bijkomstigheid was dat we heel veel zeehonden hebben gezien en leuke opnames konden maken. Rond half acht reden we de camping op, en een half uurtje later hadden we in de keuken ons potje gekookt. Morgen Kaikoura maar eens verkennen!




Over de top 10 Holidaypark in Kaikoura ook niets dan lof!
De volgende ochtend nog even rondsnuffelen in Kaikoura, wat trouwens weer een 10 dollar biljet opleverde... Zo komt Jan Splinter door de winter.  Ik heb hem trouwens gelijk weer gespendeerd aan een NZ t-shirt.
Na een kopje koffie op een bankje aan de oceaan zagen we nog weer een bordje met "scenic route". Die leidde naar een mooi uitzichtpunt met nog weer een zeehondenkolonie. Het blijft intrigerend om die beesten te observeren.
Zo, en nu het laatste stuk, 200km naar Christchurch.









Een laatste camper-lunch in Gore Bay, maar het regende aan de oceaan, dus bleven we lekker binnen.



En zo eindigde het heerlijke avontuur met de camper na ruim 1450 km op vrijdagmiddag vier uur. Een Nederlands meisje uit Eindhoven nam de camper in, dus hoe makkelijk kun je het krijgen als je in je moerstaal kunt praten! Volgende keer weer, dat is ons devies, als we het mogen beleven!

Byebye Motorhome Mighty!




Campervan avontuur

Maandag 27 januari begonnen we aan een groot avontuur, voor ons tenminste:
met de camper op rondreis. Een Mighty Ball voor twee personen hadden we gehuurd, maar we kregen een iets grotere camper voor vier personen. Compleet met water, twee-pits gasstel, en geloof het of niet: een magnetron en broodrooster!
Op naar de Westcoast, richting Greymouth. Onderweg op een mooi plekje even je eigen koppie leut maken, tafeltje en stoeltje buiten en hupsakee, genieten maar.


Eerste stop bij de mooie rotssteenformaties, Castle Hill.

Bij Arthurs Pass, waar we zeven jaar geleden niets anders dan regen troffen, hadden we nu het mooiste weer wat we konden bedenken. We hebben een uur gewandeld, de Devils Punchbowl track. Hijgend, puffend en zwetend hebben we vele trappen bestegen, totdat we op een plateau kwamen met een prachtig uitzicht. Met donderend geraas stortte het water 131 meter de diepte in.





Na 250 km kwamen we in Greymouth, aan de Westcoast, waar we een plekje mochten uitzoeken op een holidayparc aan de oceaan. Toen nog even een fikse wandeling naar de stad om onze hongerige magen te vullen. Na 3 kwartier lopen zagen we eindelijk een Mc Donald. Tja, bij gebrek aan beter... 

Terug bij de camping begon de volgende uitdaging: hoe richten we de slaapplaatsen in? Gelukkig is Lucas nogal handig, en dankzij zijn ruimtelijk inzicht heeft alles een plekje gekregen (we hadden al onze bagage mee, lekker slim)

Echt lekker slapen was er de eerste nacht niet bij, maar slaapt men niet, dan rust men toch. Het mooie weer begint hier dikwijls na de middag, en zo ook deze dag. 
Op naar Punakaiki, naar de pancake rocks. Dat was heel mooi, al waren we te laat voor de blow holes. Die zijn het beste te zien met vloed, en dat was al die ochtend om 9.20 uur. Wisten wij veel... 






Daarna door richting Westport, met een uitstapje naar Cape Foulwind, waar een zeehondenkolonie te zien zou zijn. Niet dat we er veel gespot hebben, maar het was wel een leuke wandeling en je wordt weer even lekker fris en wakker.


De weka, ofwel woodhen, was bepaald niet bang, en pikte ons bijkans het brood van het bord, om haar beide jongen te voeden. 






Weer verder richting het eindpunt voor deze dag: Murchison. En opnieuw zagen we onderweg wat leuks: de langste swingbridge van NZ over de soms zeer woeste Buller River, die nu overigens lieflijk kalm was. Hatsikidee, stoppen en doen! Ik heb alle restjes moed bij elkaar geschraapt en ben zowaar naar de overkant geschuifeld, en dat voor iemand met hoogtevrees! Terug konden we met de kabelbaan, maar toen we erachter kwamen dat dat $30 pp was, zijn we toch maar weer over de brug teruggegaan. 




Daarna waren we al snel weer op een Holidaycamping in Murchison, met een schitterende rozenstruik in de "achtertuin". We waren nog maar goed en wel uitgestapt of we werden aangesproken in het Nederlands door een Hagenees, die daar in z'n eentje bivakkeerde in een tentje. Hij was met de fiets vanuit Christchurch helemaal naar het zuiden gefietst, via Dunedin en Invercargill en weer naar boven via Te Anau, Queenstown etc. En nu zou hij met twee dagen het voorlopige eindpunt hebben bereikt:  Collingwood, waar een tante van hem woonde. Van daaruit ging hij nog weer verder met een stel vrienden die hij daar zou ontmoeten. Hij was echt om een praatje verlegen, wat ik me wel kan voorstellen als je zoveel dagen alleen rondfietst. 
De volgende ochtend rond half acht vertrok hij alweer, en een 50 km verder haalden we hem weer in. Hij had nog een beste tippel voor de boeg met twee flinke bergen...




We hadden twee jaar geleden met de Velzels heerlijk gegeten in River Cafe, altijd mooi als je adresjes weet! 



Gezellig achterin de camper nog even wat drinken voor de nacht.